De bedrijfsopvolgingsregeling is – kort gezegd – een korting voor de schenkbelasting, de erfbelasting en de inkomstenbelasting.

Voor de schenk- en erfbelasting geldt een vrijstelling. Deze gaat in 2025 naar 1,5 miljoen euro. Is de waarde van het bedrijf dat de bedrijfsopvolger geschonken krijgt of erft lager dan dit bedrag, dan hoeft er geen schenk- of erfbelasting betaald te worden. Is de waarde hoger dan dit bedrag dan hoeft er over 75% van het overige deel van de bedrijfswaarde geen schenk-of erfbelasting betaald te worden. Met andere woorden: 25% van dat deel van de bedrijfswaarde wordt belast.

Er zijn nog andere wijzigingen die op 1 januari 2025 ingaan, onder meer:

• als kinderen aandelen geschonken krijgen, dan geldt de korting alleen als de kinderen minimaal 21 jaar oud zijn;
• als na 31 december 2024 een bedrijf wordt geschonken of geërfd dan moet de bedrijfsopvolger dat bedrijf minimaal drie jaar voortzetten (dit is tot die datum vijf jaar)..

Per 1 januari 2026 zullen er waarschijnlijk nog andere wijzigingen ten aanzien van de bedrijfsopvolgingsregeling gaan gelden. Allereerst zijn er beperkingen om bepaalde constructies tegen te gaan; in die gevallen wordt de vrijstelling kleiner. Bijvoorbeeld ten aanzien van de ‘rollator-constructie’: hierbij kopen ouders die AOW-gerechtigd zijn vlak voor hun overlijden een B.V. met als doel dat de kinderen vervolgens fiscaal gunstig deze B.V. kunnen erven. Ook de mogelijkheid van de ‘dubbeldekker’ wordt beperkt: dit is een constructie waarbij de ouders eerst het bedrijf van hun kind kopen en vervolgens schenken of laten vererven.

Daarnaast wordt er gekeken naar welke aandelen een B.V. heeft. Preferente aandelen kunnen nu al zijn uitgesloten voor de bedrijfsopvolgingsregelging. Voor een bepaald type aandelen, deze worden ‘letter-aandelen’ genoemd, komen er extra eisen om te kunnen profiteren van de bedrijfsopvolgingsregeling.
Heb je een familiebedrijf en wil je dat in de nabije toekomst bij de volgende generatie terecht laten komen? Dan is het verstandig je in 2025 te oriënteren op de nieuwe regels van de bedrijfsopvolgingsregeling